In de bronstijd ontdekten de inwoners van het Nabije Oosten dat je van zand, kalksteen en soda een nieuw materiaal kon maken: glas. Vanaf 3500 jaar geleden maakten zij van dit nieuwe materiaal met veel moeite sieraden en kleine flesjes. De Egyptenaren leerden ook met dit bijzondere materiaal te werken; in die tijd was dit heel kostbaar.
Pas toen men in de eerste eeuw v.Chr. glas leerde blazen, werd het goedkoper. Sinds die tijd maakten de Romeinen grote flessen en zelfs urnen van glas.
Het prachtige glazen vaatwerk en de mooie sieraden van glas, die in de oudheid gemaakt werden, staan centraal in deze lezing.

Aan het eind van de lezing laat Diana zien hoe in deze tijd glas gemaakt werd. Het is mogelijk om glas aan elkaar te laten smelten in een magnetron met behulp van een hotpot, glasfusing geheten. Ze zal voorbeelden van haar eigen glasfusingwerk meenemen.